Ik zit op een stoel in het fonetisch lab met een schort om van dun doorzichtig plastic. Mijn mond moet helemaal schoon zijn. De laatste speekselrestjes slik ik door en ik doe wat me te wachten staat: ik steek m’n tong uit. Een klasgenoot pakt een penseel en schildert mijn tong zwart met zojuist vervaardigde houtskoolverf. Dit is geen grap. Dit is geen marteling. Dit is fonetiek.