Gastschrijfster Niña Weijers. Foto Merlijn Doomernik |
Bij College Gastschrijver, een keuzevak dat ik volg, doceert elke week een andere Nederlandse schrijver. Deze week was het Niña Weijers en ze gaf ons ook een opdracht: Schrijf een kort verhaal waarin een herinnering een belangrijke rol speelt. Nu was ik het niet zo heel erg gewoon om verhalen te schrijven. Ik doe dat al een aantal jaar niet meer, eigenlijk. Het enige wat ik aan creatief schrijven doe, is voor deze weblog en dat doe ik nog maar een paar maanden.
Voor in de schouwburg
Allereerst zette Henny zijn
trombone in elkaar. Dat was altijd zo gedaan, slechts twee losse delen en een
mondstuk. De bladmuziek zette hij op de lessenaar, die hij midden in zijn
studio plaatste. Hij ging zo staan dat het zonlicht schuin van rechts op het
papier viel. Vervolgens blies hij kort het instrument warm, zonder geluid te
maken. Soms speelde hij daarna nog enkele toonladders door. Concentratie. Als
hij er klaar voor was, zette hij zijn voeten stevig naast elkaar, recht onder
zijn schouders, nam een teug adem - niet te opvallend - en begon te spelen.
Het
stuk begon gelijk lastig: piano, dus hij moest zich goed beheersen, maar al
snel kwam er een crescendo, waarbij hij al zijn lucht moest geven. De luide
tonen knetterden vervaarlijk uit de beker. Daarna volgden de noten sneller op
elkaar en hadden ze grotere intervallen, zodat Henny’s rechterarm razendsnel
heen en weer begon te schuiven. Een iets rustiger gedeelte volgde waarbij nog
steeds uiterste concentratie was geboden. Hier verscheen een frons boven
Henny’s wenkbrauwen. De zuivere tonen klonken in zijn geluidsdichte studio als
wasgoed die te drogen hing op een windstille zomerdag, stabiel, schoon en warm.
Tegen het einde van het stuk spande Henny zich steeds meer in. Hij voelde zijn
wangen dan kleuren, maar het laatste gedeelte moest gespeeld worden in
hetzelfde tempo. Een accelerando zou fataal zijn. Het lukte hem. Het lukte hem
altijd.
Tevreden kijkt hij weer op en
ziet de volle zaal voor zich. Door het felle licht van de spotlights heen ziet
hij de doffe woestijn van huidskleur en haarkleur, vermengd met het rood van de
schouwburgstoelen. De mensen kijken hem geboeid aan. Waar wachten ze op? Waarom
klappen ze niet? Het ging toch goed? Door een microfoon klinkt de bezorgde stem
van de presentator.
“Henny, wat
sta je te dromen? Je mag beginnen, hoor!”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten