De Alpen zijn een mooie vakantiebestemming. Voor
Nederlanders en veel Duitsers zijn échte bergen vreemd, dus zoeken ze ze op in
de zomer. Avonturen kun je er beleven, wandelen door de natuur, water drinken
uit bergstroompjes, koeien aaien, in eeuwige sneeuw happen, hoog in de bergen
over rotsen glijden, plekken doorkruisen waar nooit iemand eerder lijkt te zijn
geweest. Tijdens die bergwandelingen kom je af en toe eens andere wandelaars
tegen. Hé, uniek! Net zo iemand als jij. Na een lange tijd niemand te hebben
gezien! Die begroet je. Maar hoe?
Maar dat Grüß Gott
niet simpelweg groet God betekent,
realiseerde ik me eigenlijk pas deze zomer. We kwamen wandelaars tegen die ons
begroetten met ‘Grüß euch’. Hé! Eigenlijk heel logisch, groet jullie, oftewel, ik
groet jullie. Maar waarom zegt men dan ook wel eens ‘Grüß Gott’? Waarom zou
je ineens God groeten als je andere mensen tegenkomt?
Nou, dat zit zo. De groet Grüß Gott is eigenlijk een verbastering van Grüße dich Gott, wat moge God
je begroeten betekent. Het is dus eigenlijk een soort wens of zegen die je
over de ander uitspreekt. Moge God bij je
zijn. Hier is God degene die groet, het onderwerp. In de begroeting Grüß euch is dat zeer zeker niet het
geval. Euch (jullie) kan namelijk
nooit de eerste naamval of het onderwerp zijn. Dat zou dan ihr zijn. Die twee begroetingen zijn dus op een heel andere manier
opgebouwd.
Op Wikipedia vond ik
nog een grappige anekdote over Grüß Gott:
Noord-Duitsers zouden het ook verkeerd geïnterpreteerd hebben en antwoordden
heel flauw met ‘wenn ich ihn sehe’. (Als ik Hem zie.)
hoi
BeantwoordenVerwijderen