woensdag 23 november 2016

Bruidsmeisje op de universiteit

Toen ik aan mensen vertelde dat ik paranimf zou zijn bij een universitaire promotie, keken ze nog net iets minder niet-begrijpend dan ik toen ik het woord voor het eerst hoorde. "Paranimf? Wat mag dat wel niet zijn?" Het klinkt als iets eigenaardig sprookjesachtigs. Eigenlijk betekent het 'gewoon' bruidsjonker of bruidsmeisje. In Nederland wordt een promotie namelijk gezien als een huwelijk tussen de promovendus en de universiteit.

Een halfjaar geleden werden Judith en ik gevraagd door Tano, de promovendus. Voordat ik ja zei, wilde ik eerst weten wat ik daarvoor moest doen. Je bent dan de hele dag als een soort assistent bij de promovendus, maar eigenlijk hoef je niks te doen. Het is alleen maar formaliteit. Officieel zouden de paranimfen de dissertatie moeten kunnen verdedigen bij afwezigheid van de promovendus maar dat kwam eigenlijk nooit voor. Want ja, wie is er nou afwezig op z'n eigen verdediging? Wat paranimfen in feite doen, is er zijn - in nette kleding - en als dat gevraagd wordt (komt bijna nooit voor) een stelling voorlezen. "In het Frans?" vroeg Judith. Ja, alles gaat in het Frans, Tano's moedertaal. Nou, als dat alles is! Ja, hoor, dat wilde ik wel doen.

Het werd oktober en als paranimfen, maar misschien eerder nog als vrienden en correspondenten (Tano zat nog in zijn Ivoorkust), deden wij voorbereidingen. De proefschriften met de uitnodiging en het briefje met de stellingen moesten bij allerlei universitaire mensen worden bezorgd. Ook regelden we een kaart waar alle collega's een wens op schreven en vroegen we alle vrienden een boodschap, foto of andere bijdrage op te sturen die we verzamelden in een boek vol met herinneringen aan Tano's tijd in Nederland. Samen met de docent die Tano begeleidde organiseerden we tenslotte het feest.

Tano had voor zijn promotieonderzoek een gebarentaal uit Ivoorkust bestudeerd en vergeleken met een reeds gedocumenteerde gebarentaal uit de buurt. Als gebarentaalwetenschapper heeft hij veel contact gehad met gebaarders uit Nederland. Die kwamen ook op de grote dag. Twee gebarentolken waren er nodig tijdens de verdediging, want die bleek niet slechts in het Frans, maar ook gedeeltelijk in het Engels. 

In onze nette jurkjes zaten we stijfjes naast Tano die de klederdracht van een Agni-dorpshoofd had aangetrokken. (Hoe vet!) Wat moesten we doen? Niks. Kijken, luisteren, meelachen met grapjes. Er kwamen wat vragen over specifieke bladzijdes in het boek. Judith zocht ze op en liet ze aan Tano zien. Geheel onverwachts moest ik nog een stelling voorlezen, stelling 6! De zeergeleerde opponent die dit had gevraagd, onderbrak me halverwege, omdat hij eigenlijk stelling 5 bedoelde. Zo kwam het dat ik maar liefst anderhalve stelling had voorgelezen! In het Frans!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten