woensdag 24 juni 2015

Recensie: De Consequenties - Niña Weijers

Een kunstenares, Minnie Panis, van ongeveer 27, wordt door haar minnaar gefotografeerd, als ze bij hem blijft slapen. Ze heeft dat niet door en merkt de volgende dag dat de foto’s in de Vogue staan. De fotograaf heeft er veel geld aan verdiend. Hij stelt voor om ieder de helft van de opbrengst te geven. Minnie wil haar geld inzetten voor een nieuw project: over een halfjaar, namelijk van 1 februari tot 21 maart 2012, moet de fotograaf haar gedurende zo’n twintig dagen blijven volgen. Hij mag niks laten blijken, het wordt dus een spionage. Op 21 maart moet hij een zelf te bepalen aantal foto’s inleveren bij een notaris.


In februari 2012 krijgt Minnie een brief van dokter Johnstone. Hierin beschrijft hij dat hij haar weer wil observeren, net als twintig jaar geleden. Volgens hem eindigt er binnenkort een k’atun, een Maya-periode van twintig jaar, en hij verwacht dat Minnie hierop reageert. Ze snapt helemaal niet waar dit over gaat.

We lezen over de jeugd van Minnie. Ze werd na 27 weken geboren en het was maar de vraag of ze het zou redden. Haar moeder - aangeduid als ‘Minnies moeder’ - maakt zich zorgen omdat de baby nooit huilt. Ze brengt Minnie naar een kliniek van dokter Johnstone, waar hij ontdekt dat ze ontroerd raakt van de middeleeuwse muziek van Hildegard von Bingen, een mystica. 

Als ze zeven jaar oud is, dwalen haar gedachten vaak af. Het is dan net of ze niet in haar eigen lichaam is en ze doet dan dingen die ze zich later niet meer kan herinneren. Ze steelt portemonnees. Opvallend is dat de portemonnee van haar biologische vader er ook bij zit. Hem heeft ze nooit ontmoet en hij weet niet van haar bestaan af. Hij woont zelfs in Londen. Minnies moeder komt erachter dat hij momenteel even in Amsterdam is en brengt de portemonnee eigenhandig terug. Minnie heeft ook eens gehad dat ze ’s nachts drie zinnen herhaalde. Die zinnen schreef haar moeder op.

Op zevenentwintigjarige leeftijd ziet ze een schilderij dat beschreven kan worden met de drie zinnen. Ze heeft meer déjà vu’s in die periode.

Op een dag in de achtervolgingsperiode gaat ze naar een café waar ze koffie bestelt. Ze moet ervan overgeven. Dan gaat ze het ijs van het aanliggende meer op. Ze zakt erdoorheen. De fotograaf schrikt, lezen we later, want hij mag niet ingrijpen volgens het contract. Toch wordt Minnie gered: door dokter Johnstone die haar ook volgde. Ze blijft een paar dagen bij hem thuis en hij vertelt haar alles wat ze van haar jeugd was vergeten. Ook laat hij haar Hildegard horen en ze begint heel erg te huilen. Ze omschrijft haar ervaring als: ‘Ik weet niet, als ik denk of voel, wie denkt of voelt.’ (Een zin die ik overigens zelf anders zou formuleren.) De dokter vertelt haar ook dat ze zwanger is. Dat is van de fotograaf, die ze vlak voor de achtervolgingsperiode ontmoet heeft.

Op 21 maart gaat Minnie naar de notaris, geheel volgens afspraak. Ze ontvangt een brief van de fotograaf waarin staat dat hij contractbreuk heeft gepleegd en dat het hem spijt. Hij wist niet wat hij moest doen toen ze door het ijs zakte, dus is hij weggegaan. Hij zag haar een paar dagen later nog wel in haar huis, maar hij kon niet geloven dat zij het echt was.

Na het eerste deel waarin alles in 2011 en 2012 afspeelt, komt een quasirandom verhaal van de kunstenaar Bas Jan Ader in een ander lettertype. Daarna komt ‘1984’, het gedeelte waarin Minnies jeugd wordt beschreven door de ogen van Minnies moeder. Na dat deel komt 2012, waarin ze wordt gered door de dokter (er is dus een grote spanningsboog, want je weet gedurende lange tijd niet of ze wordt gered) en daarna komt een deel dat ‘1991’ heet en waarin het deel van de portemonnees wordt verteld, weer door de ogen van Minnies moeder. Het eindigt weer in 2012, als Minnie de brief van de fotograaf vindt.

Op het einde gaat Minnie naar een plek waar het heel leeg is: het stuk China tussen Ürümqi en de grens van Kazachstan. Ik geloof dat ze hier heen gaat voor het geluk. Het pure geluk vindt ze in de leegte, verdwijning. Dit laat ze ook blijken uit een interview met een zestienjarig meisje over haar kunstproject met de slaapfoto’s (waarvan ze overigens zegt dat het háár werk is, in plaats van dat het van de fotograaf is). Het verlangen naar het ‘zich oplossen’ komt op verschillende momenten terug. Het doel van de reis van Bas Jan Ader was ‘complete onthechting’. Ook vertelt Minnie dat ze het zo interessant vond om deel te nemen aan een kunstenaarsproject waarbij de bezoekers één voor één in de ogen van de kunstenaar mogen kijken. Ze voelde zich alsof ze oploste door dat aanstaren.

Er wordt geen echt duidelijke oplossing gegeven aan het einde van het boek. Je weet nog steeds niet wat nou precies dat mystieke is, waar Minnie gevoelig voor is en wat het einde van de k’atun daarmee te maken heeft. Nu is dat niet iets wat ik verlang van een boek, dat er een compleet duidelijke oplossing is. Zo simpel hoeft alles niet te zijn. Ik verklaar de ‘vaagheden’ als volgt: Minnie wordt geboren, maar zweeft dan eigenlijk tussen leven en dood. Ze krijgt daardoor dingen mee van de onaardse, tijdloze wereld. Dat zijn die visioenen die ze heeft. Aan het einde van een k’atun zijn die visioenen sterker.

Het zijn dingen waar je in moet geloven, in de mystici, de ideeën van de Maya’s en Chinese wijsgeren. Dokter Johnstone doet het wel. Ik moet zeggen dat ik het wel zou kúnnen geloven, maar ik doe het niet. Het gegeven dat Minnie begint te huilen bij muziek van Hildegard slaat eigenlijk helemaal nergens op. Het klinkt spannend, dat wel. 

Het lijkt of het mysterieuze van het mystieke erbij bedacht is om het verhaal spannend te maken. Is dat nodig, spanning in een verhaal? Kun je een boek niet meer aan de man brengen zonder iets mysterieus of spannends? Het boek deed me denken aan IV van Arjen Lubach, een jonge literaire Nederlandse schrijver, experimenterend met spanning.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten