maandag 7 maart 2016

Recensie: Nachtlicht - Eefje de Visser

Met 'verrassing' kun je zowel 'puur onverwacht' als 'heel aangenaam' bedoelen. Het gloednieuwe muziekalbum van Eefje de Visser, dat ik als verjaardagsverrassing kreeg van een mede-Eefjefan, was het allebei! Het komt niet vaak voor dat je een cd krijgt die je niet specifiek hebt gevraagd en wel echt leuk vindt. Bij mij althans. Maar met Nachtlicht zat dat heel anders.

De gever wist dat ik het eerste album, De Koek, helemaal geweldig vond. Ondertussen had Eefje al een tweede album bij elkaar gezongen en begin dit jaar bracht Eefjes Platenmaatschappijtje het derde album op de markt. Aan de hand van dit album bespreek ik haar grandioze stijl. Komt -ie.

Voor wie Eefjes muziek niet kent, kan ik het omschrijven als dromerig gezongen Nederlandse poëzie. Ze zingt lichtjes en de melodieën, klemtonen en zinsdelen komen onverwacht. De zang wordt begeleid met bescheiden instrumenten. In het eerste album waren dat meer akoestische instrumenten, maar in Nachtlicht komen meer elektronische klanken voor. De muziek werkt ontspannend en is gek genoeg ook wel dansbaar (maar ik moet toegeven dat ik van dat laatste eigenlijk niet zo veel verstand heb).

Normaal gesproken luister ik nooit naar de tekst die een zanger zingt. Als ik de radio aan heb staan, dringen de melodieën, ritmes en klankkleuren tot me door, maar de tekst blijft, gek genoeg voor een taalwetenschapper, niet hangen. Pas als ik de songtekst een keer heb opgezocht en dus weet wat de zanger of zangeres me probeert wijs te maken, kan ik me er meer in interesseren. (Lees: onthouden --> meeblèren.) Bij Eefjes muziek is dat anders! Hier luister ik wél gelijk naar de woorden en zinnen. Hoe komt dat?

Geklets in de bus

Je eigen taal kun je niet negeren. Als je in de bus een boek zit te lezen en achter je houden twee vriendinnen een heel roddelgesprek, dan kun je niet anders dan daarnaar luisteren. Dat gaat automatisch. Tenminste, als ze in je moedertaal spreken! Is de taal waarin ze spreken een voor jou tweede taal, zoals het Engels, dan zul je wel wat meekrijgen van het gesprek, maar tóch is het veel makkelijker om in je boek te duiken en verder te lezen.

Zo is het ook met Nederlandstalige liedjes. De songtekst kruipt niet alleen m'n oor, maar ook m'n brein in, veel indringender dan Engelse lyrics. Maar ja, Jan Smit zingt ook in het Nederlands, maar zijn werk zal ik hier niet zo snel bespreken. Er is dus meer.

Vroeg of laat maar

Dat 'meer' zit 'm in de dichterlijke teksten die ze schrijft, en het zit 'm in de manier waarop Eefje de woorden in melodie laat passen, de manier waarop ze de poëzie op muziek zet. Waar de gebruikelijke songwriter lange noten en pauzes plaatst aan einden van zinnen, of in ieder geval van zinsdelen, of in ieder geval van woorden, speelt Eefje veel meer met taal.

De klemtoon valt op gekke plekken door de eigenwijze melodie. Het past niet allemaal perfect en wat dan misplaatst is, valt op. "Ik wil de deur uit." heeft twee keer de lettergreep [] achter elkaar. Dat valt niet op als je het in een gewoon gesprek zou zeggen, want die eerste valt weg doordat -ie geen klemtoon draagt. Eefje weet dit en zingt de eerste [dʏ] lekker iets langer en hoger, alsof ze wil zeggen: "Er zit meer in taal dan je denkt. Hoor maar!"

Ook speelt ze met homoniemen. "Ik wilde dat je het vroeg," zingt ze, en verder "laat maar". Een ofje ertussen zorgt voor een verbinding met een extra betekenis: vroeg of laat. Dit is één van de middeltjes waarmee ze van een songtekst een keten van woorden en zinnen maakt. Net echte spraak! Hoofdletters en punten zijn voor kommakneuters. Zelfs de weergave van de songtekst ruikt naar dit standpunt:

STAAN
(fragment)

of ik denk dat we
goed samen zijn,
ze vraagt het me en
ik zie ons staan en
we schreeuwen over
straat iets over het
tijdstip, waar zijn
we beland ik wilde
dat je het vroeg of
laat maar, ik wil
dat het waar is wat
je daar beweert
iemand kijkt het
donker in, ik wil de
deur uit en de hoek
om, ik weet waar je
uithangt

Iets voor jou?

Het lijkt misschien gek, maar ergens vind ik Eefje de Visser op Jack Johnson lijken. Ze schrijven beide mooie teksten op rustige muziek met een dun ruig randje. Ook zijn beide stijlen op een bepaalde manier onverveelbaar. Net als klassieke muziek dat kan hebben trouwens. Het vloeit z'n weg over een heuvelig, maar onontdekt landschap, schreeuwt niet, is niet hard, neemt de tijd, wil je niet overtuigen en trekt je daardoor juist naar je toe. Zoiets.

1 opmerking: